Kristien is een vrouw van de actie, ze weet van aanpakken en gaat er voor. Ook voor ons boek. Zo heeft ze tijdens het schrijven enkele opmerkelijke afspraken geregeld die me toch zijn bijgebleven: een gesprek met een sportgynaecoloog, een workshop in een fietswinkel, een gesprek bij een diĆ«tiste en ook een conditietest bij Blits. Ik hoorde het mij nog zo vragen: “Kristien, is dat eigenlijk wel nodig, zo’n inspanningstest?” Maar Kristien was vastberaden: ik vind dat interessant, wil jij dan niet weten hoeveel je gaat scoren? Nou, niet echt, dacht ik. Maar goed, ik ging dus mee. Blits is het Brussels Laboratorium voor Inspanning en TopSport gelegen aan de faculteit lichamelijke opvoeding en kinesitherapie van de VUB. De universiteit waar ik nota bene vier jaar van mijn leven heb doorgebracht.
We reden nog maar de parking op of mijn studententijd leek weer eventjes terug. Eventjes, want ik wou niet te lang met het schaamrood op de wangen rondlopen. Ja, die sporthal van de VUB, daar had ik vele uren versleten, en niet alleen in het cafetaria. Maar goed, ik wijk af. De test dus, want daarvoor kwamen we. Ik zag dat Kristien er enorm op gebrand was een goed resultaat neer te zetten. Voor haar was dat het ultieme bewijs dat ze in vorm was. Er was ook nog een gemeenschappelijke vriend bij en Kristien kennende werd dat ongetwijfeld een competitie tussen die twee. Dat ik geen concurrentie was, begrijp je wel.
Bij het medisch onderzoek bleek alles in orde: kerngezond, nog nooit gesukkeld met mijn gezondheid. Alleen even geschrokken van die 23,2% vet. Wablief, zo veel? “Dat toestel is kapot!”, stamelde ik. Maar die weegschaal bleek net heel goed te werken: gewicht, BMI, vocht, alles werd secuur opgemeten. Dan maar beginnen met de test. De proef op de ergometerfiets werd gestart aan 50 watt gedurende 3 minuten. Daarna werd de belasting opgedreven met 30 watt per 3 minuten tot de uitputting. In het begin viel dat redelijk goed mee, maar al snel voelde ik me kortademig en werd de inspanning te zwaar. Kristien kwam na mij, en even zag ik dat vastberaden trekje om haar mond, een blik van “ik zal je eens wat laten zien” in haar ogen. Kristien ging potten breken, zoveel was duidelijk.
De nabespreking bij de sportbegeleider verliep iets minder fijn: “Je hebt geen basisconditie, Saartje.” Wat? Alweer viel mijn mond open. Een redelijk teleurstellend resultaat voor iemand die gerust een tocht van 120 km kan fietsen. Maar dat was het nou net: ik fietste volgens de man onregelmatig en niet aan de juiste hartslag. Heel even overwoog ik een leugentje om bestwil, dat ik moe was en ook een beetje ziek en, o ja, dat het fietsseizoen nog maar net begonnen was. Maar ik hield mijn mond en berustte. Ik lachte en zei: “Kristien maakt dit wel goed voor ons twee.” En dat bleek inderdaad zo te zijn! Ze had het fantastisch gedaan! Topconditie, even goed als die vriend van ons die er een beetje beteuterd bij stond. Bij Blits stonden ze er zelfs van te kijken, zo goed was die inspanningstest van Kristien. En nee, ik vond dit echt niet erg, ik had dan weer het minste vet… :)
Sportieve groet, SAARTJE
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Door hier te reageren, geeft u ook toestemming om deze reactie te gebruiken in ons toekomstig boek.